Detectietechnieken tegengaan fraude

Vraag een visboer op de markt of de vis vers is en 9 van de 10 keer zal hij volmondig: ”Ja!” antwoorden. Toch blijkt uit onderzoek ‘Heldere herleidbaarheid in de visketen’ onder leiding van Rikilt Wageningen Universiteit, dat vis niet altijd vers is, maar ontdooid. Om inkopers en consumenten meer inzicht te geven in wat voor vis ze nu eigenlijk kopen, is in december 2014 de EU regelgeving rondom etiketten aangescherpt. Werpen die nieuwe regels al vruchten af of zijn aanvullende instrumenten nodig? Tijd voor een update.

Stand van zaken diverse sectoren
Retailers staan onder grote druk van de publieke opinie en zijn al ver in de implementatie van de etiketregelgeving in het schap. De retail geeft echter aan dat het voor hen lastig is om eventuele fraude met vispartijen te herkennen. Zij zouden hiervoor graag instrumenten in handen krijgen.

Uit een verkenning van de Good Fish Foundation blijkt verder dat de meeste visdetaillisten zich nog niet houden aan de etiketvoorschriften en ook geen noodzaak voelen dat te veranderen. Daarbij spelen met name praktische bezwaren (65% van de respondenten) mee. De regelgeving wordt vooral als ‘gedoe’ en lastig ervaren. Een kwart van de respondenten geeft bovendien aan niet op de hoogte te zijn van de nieuwe regelgeving. Toch is goede productinformatie ook in het belang van de visdetaillist.

Nut en noodzaak van betrouwbare informatie
Het injecteren van vis, het weken of tumbelen van vis in water zijn manieren om extra water toe te voegen, waardoor het product ‘vis’ commercieel flink ‘opgewaardeerd’ wordt, maar die eenmaal bekend bij het publiek het vertrouwen van consumenten in visproducten een flinke deuk kunnen geven. Inkopers moeten dan ook voortdurend scherp zijn op producten die worden aangeboden op de markt. Betrouwbare informatie verbetert de traceerbaarheid. Hierdoor kunnen de handel en consument ‘duurzamere’ kiezen, het is makkelijker om criminaliteit, bijvoorbeeld illegale visserij, in de totale visserijsector te bestrijden en het vergroot het consumentenvertrouwen. Dit is in het belang van de totale sector.

Wat is er momenteel voor handen om fraude tegen te gaan?
Ketenverkorting ofwel ‘inkopen bij de bron’ is een goede oplossing om fraude tegen te gaan. Inkopers gaan zelf inspecteren bij producenten en verwerkers.
Een ander instrument is het gebruik van tags en microchips om de traceerbaarheid van producten te vergroten. Aanvullende maatregelen blijven echter nodig. Een belangrijke stap hierin is de Europese etiketwetgeving (zie kader). Daarin is onder andere opgenomen dat bij verpakte producten het netto gewicht vermeld moet worden. Dit heeft tot gevolg dat er paal en perk wordt gesteld aan het misbruik van glacering (omhullen van vis of garnalen met ijs) om het gewicht te verhogen. Vanaf 5% water moet er gedeclareerd worden.

Ontwikkeling controletechnieken
Om te kunnen controleren of die geleverde informatie ook daadwerkelijk klopt zijn makkelijk inzetbare technieken nodig. Het afgelopen jaar heeft RIKILT Wageningen UR samen met de Good Fish Foundation en een aantal ketenpartijen een samenwerkingsproject ingezet op de ontwikkeling van snelle detectietechnieken, zodat mogelijke fraude vroegtijdig kan worden opgespoord. Binnen dit project zijn efficiënte en snelle methoden ontwikkeld om de authenticiteit van visproducten te kunnen vaststellen:

Bepaling van het watergehalte in garnalen
In Nederland worden vele soorten garnalen verhandeld, met name tropische garnalen. Om uitdroging te voorkomen, worden deze garnalen voor het invriezen geglaceerd, waarbij een laagje ijs rondom de garnalen wordt aangebracht. Naast dit wettelijk toegestane proces wordt er soms ook extra water toegevoegd om de winstmarges te vergroten, bijvoorbeeld door gebruik te maken van waterbinders. Er zijn eiwit/vocht-ratio’s bepaald van een aantal garnalenmonsters om een indicatie te krijgen van de range aan vochtgehaltes die in het verkoopkanaal worden aangetroffen.

Bepaling van herkomst van garnalen
Wereldwijd vindt de meeste handel plaats in tropische garnalen, met name de zwarte tijgergarnaal (Penaeus monodon) en de witpootgarnaal ((Lito)penaeus vannamei). Op de Nederlandse markt komt de witpootgarnaal uit Zuidoost Azië of uit Zuid-Amerika. Er is onderzocht of de geografische oorsprong van deze garnalen vastgesteld kon worden m.b.v. isotopenratio’s en next generation sequencing

Verse of ontdooide vis?
Naast de naam en de oorsprong van de vis moet het etiket ook vermelden of de vis ontdooid is geweest. Een ervaren handelaar kan met een knijpproef zien of vis ontdooid is. Binnen het RIKILT is onderzocht of hier ook een analytische methode voor ontwikkeld kon worden. Met behulp van spectroscopie, waarbij het gehalte aan ß-hydroxylacylcoenzym A dehydrogenase (HADH) is gemeten, is gekeken of het verschil tussen verse en ontdooide vis aantoonbaar was… Alhoewel verfijning van de methode nodig is, kon met de methode aangetoond worden of verse vis inderdaad vers was. Deze methode zou toegepast kunnen worden om verse vis te onderscheiden van ontdooide vis.
Verder is, aan de hand van de kabeljauwketen, onderzocht hoe traceerbaarheid in de visketen beter ingericht kan worden. Hierdoor kan de informatieverstrekking binnen de visketen gecontroleerd worden.

Samenvattend
Regelgeving rondom traceerbaarheid en authenticiteit van visproducten wordt nog te weinig nageleefd met name door visdetaillisten. Handhaving van regelgeving door fysieke controles en door analytische methodes is nodig om schandalen te voorkomen en consumentenvertrouwen te behouden. Het onderzoek uitgevoerd door RIKILT moet daarvoor uitgebouwd worden naar praktisch toepasbare instrumenten die visinkopers kunnen gebruiken om partijen vis zelf te controleren. Consumenten krijgen dan een betrouwbaar visproduct.

Download het rapport: ‘Heldere herleidbaarheid in de visketen’

Dit onderzoek is uitgevoerd door RIKILT Wageningen UR in opdracht van en gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken. Dit project is geselecteerd  in het kader van het Nederlands Operationeel Programma “Perspectief voor een duurzame visserij”.

EVF